Een zonnepaneleninstallatie is veel meer dan alleen zonnepanelen en omvormers:
De meerwaarde van een goede installateur
omgerekend naar euro’s
Een zonnepaneel is een zonnepaneel. En ze worden bijna allemaal in China geproduceerd. Maakt het echt uit wie de zonnepanelen op je dak installeert? Kiezen voor de goedkoopste offerte blijkt niet altijd de slimste keuze. In dit artikel duiken we in de technische kant van een zonnepaneleninstallatie. Hoe bereken je de opbrengst? En hoe groot is de invloed van de installateur?
Het ene zonnepaneel wekt meer stroom op dan de ander. Dat is logisch. Er zijn heel veel variabelen die samen bepalen hoeveel stroom een zonnepaneleninstallatie daadwerkelijk opwekt. Denk bijvoorbeeld aan het beschikbare (dak)oppervlak, de grootte, de kwaliteit en het vermogen van de zonnepanelen, de hoeveelheid zonuren of de locatie en de oriëntatie van de zonnepanelen ten opzichte van de zon.
Het effect van deze variabelen is behoorlijk groot. Laten we die laatste twee eens iets verder uitlichten: locatie en oriëntatie.
Locatie
Onze atmosfeer — de dampkring — filtert het zonlicht. Vergeleken met een plek op de evenaar, legt het zonlicht in de zomer 1,15 keer zoveel afstand door de atmosfeer af om bij Nederland te komen. In de winter is die afstand zelfs 4,13 keer zo groot. Dat heeft invloed op de sterkte — de stralingsintensiteit — van het zonlicht. Bovendien zijn er locaties die gemiddeld meer zonlicht hebben dan andere locaties, bijvoorbeeld door het klimaat. Aan de kust van Nederland schijnt gemiddeld vaker de zon dan in het oosten van ons land.
Er bestaan uitgebreide en nauwkeurige modellen die bijhouden hoeveel zonlicht — en zonsterkte — er per jaar op een gebied valt. Natuurlijk varieert de werkelijkheid per jaar, maar met de gemiddeldes valt goed te rekenen.
Oriëntatie
Zonnepanelen die op het zuiden gericht zijn, met een hellingshoek van zo’n 36 graden, produceren in Nederland het best. Zij benutten gemiddeld gezien het meest van de beschikbare zonuren. Maar er bestaan ook zonnepaneleninstallaties die met de zon meedraaien, en dus de hele dag zoveel mogelijk van de zon profiteren.
In sommige situaties is het slimmer om te kiezen voor een oostwest-opstelling. De zonnepanelen wekken dan weliswaar per stuk minder stroom op, maar soms kun je in deze opstelling meer zonnepanelen per vierkante meter kwijt, waardoor je alsnog meer stroom opwekt. Bovendien wordt de hoeveelheid opgewekte stroom geleidelijker over de dag verspreid. En bij sommige bedrijven past dat beter bij het stroomverbruik van het bedrijf.
Dit zijn slechts twee van een hele lijst variabelen die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de hoeveelheid opgewekte zonne-energie. Sommigen variabelen zijn algemeen bekend en anderen wat minder. Zonnepanelenproducenten beschikken over uitgebreide datasheets waarin de specificaties van het betreffende zonnepaneel zijn. Als je die uitvoerig bestudeert, kom je best veel te weten. En zo kan je redelijk nauwkeurig voorspellen hoeveel stroom een zonnepaneleninstallatie gaat opwekken.
Onderbelichte invloed
Maar wat als we twee exact dezelfde zonnepaneleninstallaties nemen, maar ze door twee verschillende partijen laten installeren? Zien we dan verschil in de hoeveelheid opgewekte stroom?
Met andere woorden: Hoe groot is de invloed van de installateur op de opbrengst? Die invloed is misschien het meest onderbelicht, maar blijkt aanzienlijk.
“Een zonnepaneleninstallatie is veel meer dan alleen zonnepanelen en omvormers.”
De kwaliteit van een installatie wordt deels bepaald door de kwaliteit van de gebruikte materialen. Maar een zonnepaneleninstallatie is veel meer dan alleen zonnepanelen en omvormers. Onderschat het gebruik van de juiste kabels, connectoren en draadgoten niet. Overal lopen stroomkabels die aan elkaar gekoppeld worden. Elk connectiepunt is een potentiële zwakke plek waar bijvoorbeeld stroom kan ‘lekken’. Maar ook: Hoe ligt de bedrading? Liggen min en plus naast elkaar of juist niet? Liggen er connectors in het water als het geregend heeft? Kan ongedierte bij de kabels komen? Welk merk aardlekschakelaars wordt er gebruikt? Legt een installateur volgens de Scope 12-normering aan?
Onthoud, we hebben het over twee identieke installaties. In werkelijkheid komt dat niet zo snel voor. Geef twee verschillende opdrachtgevers een opdracht voor hetzelfde dakoppervlak, en de kans is groot dat ze een verschillend legplan — een andere layout — maken voor de zonnepaneleninstallatie.
Tel al deze details bij elkaar op, dan zal je begrijpen dat er behoorlijk grote verschillen kunnen ontstaan. Laten we er eens een rekensommetje van maken. We gaan uit van twee dezelfde installaties, aangelegd door twee verschillende partijen.
Pas op, nu wordt het een beetje technisch.
Energie-opbrengst
De verwachte productie van een zonnepaneleninstallatie in kWh per jaar is gelijk aan de som van de instraling — zonuren, locatie en oriëntatie — maal het totale systeemvermogen van de installatie in kWp.
Stel, je hebt een installatie van 100 zonnepanelen van 360 Wp per stuk. Je totale systeemvermogen is 36.000 Wp of 36 kWp. De som van de instraling, gecorrigeerd met de oriëntatie en de hellingshoek, is 1.100 kWh per jaar per vierkante meter.
In dat geval is de verwachte opbrengst van de zonnepaneleninstallatie 39.600 kWh per jaar. Mooi. Dat is voldoende energie voor zo’n 13 gemiddelde Nederlandse huishoudens.
Performance Ratio
In een perfecte wereld zou bovenstaande rekensom af zijn. Maar zoals je al begrijpt, is dat niet het geval. Er mist nog een belangrijk element. We noemen dat de Performance Ratio — een correctie die we toepassen voor systeemverliezen.
In een ideale situatie wekt een zonnepaneleninstallatie zoveel stroom op als we zojuist berekend hebben. Maar er zijn erg veel gebeurtenissen die een negatieve invloed hebben op onze installatie. Wat dacht je van vervuiling — stof, vogelpoep, bladeren — beschadigde of verkeerd aangesloten panelen, stroom die lekt, aardlekschakelaars die te warm worden. En deze lijst gaat nog wel even door.
Al deze details vallen onder de categorie systeemverliezen. Het systeem wekt minder op dan het zou kunnen, omdat iets ergens een negatieve invloed uitoefent op de installatie. En dit is precies het punt waar de installateur de grootste invloed op heeft!
Systeemverlies: een zonnepaneleninstallatie wekt minder op dan hij zou kunnen, omdat iets ergens een negatieve invloed uitoefent op de installatie.
Een gangbare zonnepaneleninstallatie heeft een Performance Ratio van 75 tot 90%. Een zeer goede installatie presteert zelfs boven de 90%. Matige en slechte installatie hebben een Performance Ratio lager dan 75%.
Terug naar onze berekening.
We hebben twee dezelfde installaties die onder ideale omstandigheden 39.600 kWh per jaar opwekken.
Kwaliteit van de installatie | Goed | Matig |
Totale systeemvermogen | 36 kWp | 36 kWp |
Som van de zoninstraling | 1.100 kWh / m2 / jaar | 1.100 kWh / m2 / jaar |
Performance Ratio | 85% | 75% |
Systeemopbrengst | 33.660 kWh / jaar ✅ | 29.700 kWh / jaar ❌ |
Dat is een verschil van 3.960 kWh per jaar.
En dat 30 jaar lang.
Dan kom je zomaar op een totaal verschil van meer dan 100.000 kWh. Op een installatie van 100 zonnepanelen. Stel je voor dat je tweeduizend zonnepanelen hebt. Of nog meer. Het verschil in rendement loopt al snel op tot ver in de tienduizenden euro’s aan gemiste inkomsten.
En dat met twee exact dezelfde installaties. De kans is groot dat een installateur die een matige installatie levert, ook een matige klantenservice heeft. Dus als een omvormer onverwachts uitvalt, duurt het langer voordat hij hem komt repareren. Nog meer gemiste inkomsten. Bovendien heeft een matige installatie meer kans op storingen en uitval. En zullen onderdelen eerder aan vervanging toe zijn.
Het is ook niet ondenkbaar dat de matige installateur minder ervaring en/of kennis heeft dan zijn betere collega-installateur. Dus is het ook niet ondenkbaar dat zijn legplan minder goed aansluit bij de wensen van zijn klant en het profiel van het bedrijf.
Juist of niet juist: focus op Wattpiek en aankoopprijs
Veel mensen focussen zich bij de aanschaf van een zonnepaneleninstallatie op het aantal Wattpiek van de zonnepanelen. Anderen zijn gefocust op de prijs, een paneel is toch een paneel? Waarom zou de ene installateur met een hogere offerte komen dan een ander?
En inderdaad, het aantal Wattpiek en de prijs zijn beide erg belangrijk.
Maar in de praktijk blijkt dat de invloed van de installateur ernstig wordt onderschat. Met als gevolg dat ondernemers kiezen voor een goedkopere installatie die misschien wel 10 tot 20% minder goed presteert dan de duurdere concurrent.
“In de praktijk blijkt dat de invloed van de installateur ernstig wordt onderschat. Met als gevolg dat ondernemers kiezen voor een goedkopere installatie die misschien wel 10 tot 20% minder goed presteert dan de duurdere concurrent.”
Performance Ratio en gemiste inkomsten
Laten we deze onderschatte focus even proberen door te rekenen in euro’s. Dat is vrij ingewikkeld. Want je moet rekening houden met drie inkomstenbronnen:
- De opgewekte zonne-energie is gratis, dus dat scheelt je stroom inkopen bij je stroomleverancier.
- Voor elk opgewekte kWh krijg je 15 jaar lang SDE++ subsidie.
- Elk kWh zonne-energie die je niet zelf verbruikt, lever je terug aan het net, daar krijg je van je energieleverancier een vergoeding voor.
We nemen weer twee dezelfde installaties. Dit keer met duizend zonnepanelen van 365 Wp per stuk. Het bedrijf heeft een eigen verbruik van 50.000 kWh per jaar. En de ene installateur is € 5.000,- goedkoper dan de betere installateur.
Kwaliteit van de installatie | Goed | Matig |
Totale systeemvermogen | 365 kWp | 365 kWp |
Som van de zoninstraling | 1.050 kWh / m2 / jaar | 1.050 kWh / m2 / jaar |
Performance Ratio | 85% | 75% |
Systeemopbrengst | 325.763 kWh / jaar | 287.438 kWh / jaar |
Eenmalige investering | € 185.000,- | € 180.000,- |
Besparing stroom | € 6.400,- per jaar | € 6.400,- per jaar |
SDE++-subsidie | € 7.500,- per jaar | € 6.400,- per jaar |
Verkoop stroom | € 14.100,- per jaar | € 12.100,- per jaar |
Totale inkomsten na 25 jaar | € 578.000,- ✅ | € 515.000,- ❌ |
Dat is een verschil van € 58.000,-.
Bij twee dezelfde installaties. Die in 25 jaar tijd evenveel onderhoud en onderhandse kosten hebben gehad.
Als het verschil in Performance Ratio groter was geweest, stel 90% en 70%, dan zou het verschil na 25 jaar zelfs € 115.000,- zijn. Zo kan de ene installateur — voor wat op papier dezelfde installatie is — duurder lijken, maar pakt die eenmalige, hogere investering toch behoorlijk ‘voordelig’ — lees: rendabeler — uit. Dit heet in zonnepanelenwereld de Levelized Cost Of Energy (LCOE), een rekenformule waarmee je uitrekent hoeveel één kWh uiteindelijk kost.
Zo kan de ene installateur — voor wat op papier dezelfde installatie is — duurder lijken, maar pakt die eenmalige, hogere investering toch behoorlijk ‘voordelig’ — lees: rendabeler — uit.
Conclusie
De partij met de duurdere offerte is niet per definitie een uitbuiter. Er bestaat een kans dat hij beter weet wat hij doet. Dat hij met betere — en daardoor duurdere — merken werkt, meer ervaring heeft, beter opgeleid en getraind personeel heeft, gebruik maakt van betere rekenmodellen. En ga zo maar door.
Ga je in zee met de prijsvechter? Dat hoeft niet verkeerd uit te pakken. Maar het kan ook zo maar zijn dat goedkoop opnieuw duurkoop blijkt. Bij Zonnepanelen op het dak zijn we ons hier van bewust. Wij willen niet de goedkoopste installateur van Nederland zijn. Maar wel de beste.
Kies je installateur dus zorgvuldig. Ga in gesprek en ontdek of hij weet wat hij verkoopt en waarover hij praat. Het zou je zomaar tienduizenden euro’s extra op kunnen leveren. Voor niets gaan de zon op.